Interview met Bart Purnal, District Governor D2140

zondag 4 juli 2021

"Eigenlijk is het district van ondergeschikt belang bij Rotary. Het is louter clubondersteunend. Ik hoor al jaren dat we de clubs “dichter bij het district moeten brengen”. Daar ben ik het niet mee eens: de ware uitdaging bestaat erin de clubs dichter bij Rotary International te brengen!’ Het mag duidelijk zijn:

DG 2140 Bart Purnal zit niet verlegen om een boude uitspraak. ‘Ik ben een cartesiaan’, geeft hij toe. ‘Ik stel de dingen graag nogal zwart-wit. Zo wil ik even aan de boom schudden, in het belang van onze organisatie.’ Maatschappelijk engagement kreeg Bart met de paplepel mee. Hij groeide op in het Limburgse dorpje Jeuk, vlak aan de taalgrens. Zijn grootvader, de dorpsonderwijzer, trad ook op als voogd voor heel wat kinderen. Zijn vader, een architect, was actief bij Kiwanis. Op diens aanraden ging Bart Germaanse Filologie (Engels-Duits) studeren in Leuven. ‘Doe iets wat weinig mensen doen. Als je dan goed bent, zal je sneller opvallen en uitblinken’, luidde het vaderlijk advies. Na zijn legerdienst, op de vliegbasis van Brustem, ging Bart aan de slag in commerciële, operationele en algemene directiefuncties – onder meer bij Hertz en Fiat/Chrysler. Sinds 2015 is hij zelfstandig bedrijfsadviseur. ‘Ik concentreer me vooral op het stroomlijnen van operationele processen in het kader van klantenbinding. Elk jaar werk ik zo’n 180 dagen als consultant. Daarmee betaal ik mijn facturen, wat mij de ruimte geeft voor een aantal vrijwillige nevenactiviteiten.’

Rotary uiteraard, en daarnaast vooral het leger en de ondernemingsrechtbank. In juni 2016 bereikte Bart de hoogste graad die een reservist in België kan behalen, namelijk die van kolonel. Hij werkte meer dan 20 jaar als inlichtingenofficier en specialiseerde zich in het vakgebied ‘psychologische oorlogsvoering’. ‘Veel mensen hebben daar een verkeerd beeld van: het gaat niet om propaganda of mensen tegen elkaar opzetten. Het is eerder zaak de andere te overtuigen van jouw goede bedoelingen, zodat hij gaat meewerken met wat jij wil.’ Sinds eind 2017 adviseert Bart de directeur-generaal Strategische Communicaties van het Belgisch Leger. Hij is ook gastdocent aan de NATO School in Oberammergau (Duitsland). Een mandaat als lekenrechter bij de Brusselse Ondernemingsrechtbank vervolledigt zijn professionele drieluik. Hij heeft daar onder meer te maken met mensen die failliet zijn verklaard.

Toch kwam hij niet via zijn beroepsleven maar via een andere passie bij Rotary terecht: marathonlopen. ‘Enkele loopvrienden van de Managers Marathon Club, onder wie Ivo de Bisschop, vertelden mij in de marge van de marathon van Athene over Rotary en peilden naar mijn belangstelling. Een jaar later kreeg ik via een andere vriend formeel de vraag om lid te worden van Rc Brussel Coudenberg. Daar ging ik graag op in, als een manier om mijn sociaal engagement verder uit te dragen. Ik besef dat ik uit een wat geprivilegieerd milieu kom. Het lijkt me evident dat je dan je best doet om de situatie van minder fortuinlijke mensen te verbeteren.’

Barts grootste ambitie is om van de Rotariërs van zijn district echte ‘People of Action’ te maken. ‘Om het met een boutade te zeggen: ik wil hen weghalen achter de restauranttafel en hen naar buiten krijgen om dingen te zoeken waarmee ze daadwerkelijk impact kunnen hebben. We moeten af van het ROMEO-imago: Retired Old Men Eating Out. Laten we meer inspiratie vinden in de visietekst van RI: ‘Together, we create lasting change across the globe, in our communities, and in ourselves.’ We mogen ons niet tevreden stellen met een cheque uit te reiken na een chique diner…’

De RI-conventie in Hamburg, in 2019, was in dat opzicht een openbaring: ‘Als je nooit verder kijkt dan je eigen club, mis je de enorme rijkdom van de internationale beweging die Rotary is. Voeg daarbij het professionalisme waarmee de dingen gebeuren – kijk bijvoorbeeld naar de content van rotary.org – en je beseft dat je inderdaad zelf impact kan hebben Bovendien: het springlevende enthousiasme druipt van zo’n conventie af kan hebben. Bovendien: het springlevende enthousiasme druipt van zo n conventie af. Iedereen moet er af en toe eens naartoe gaan. Zo niet verlies je de voeling met wat Rotary écht is.’ Bart heeft dan ook moeite om de nieuwe constellatie met vier eentalige districten als een meerwaarde te beschouwen, op wat organisatorische tijdswinst na. ‘We lopen het risico dat we nog meer gaan terugplooien op onszelf, terwijl we een open blik en een brede horizon moeten aanhouden.’

Ook in New York deed Bart een inspirerende Rotary-ervaring op: ‘Ik bezocht Rc New York – Club Number 6 – voor het eerst in 2013. Toen vergaderde ze in de prestigieuze Harvard Club in Manhattan. Toen ik in 2018 opnieuw langsging, was ze verhuisd naar een parochiezaaltje met plooitafeltjes, plastieken borden en glazen en zelfbediening aan het buffet. Ik vroeg aan de man die ik in 2013 als voorzitter had leren kennen, hoe dat kwam. Hij antwoordde: “Kijk eens door het raam, Bart. Daar zie je, letterlijk aan de overkant van de straat, het UNO-gebouw. Dáár gebeurt het. Dat gebouw herinnert ons er elke vergadering aan dat we als Rotary bestaan omdat wij het, zoals de UNO, goed voorhebben met, en goed willen doen in, de wereld. De plooitafels en het plastieken bestek tonen dat het niet om ons gaat maar om diegenen voor wie we ons inspannen.”’

Als District Chair van de commissie Membership van D 2170 heeft Bart de ledenwerving steeds van nabij opgevolgd. Hij wijst erop dat jongeren vandaag meerdere tijdelijke engagementen tegelijkertijd aangaan. ‘Daar moeten we gebruik van maken. Ook RI speelt hierop in, door bijvoorbeeld “cause based”-clubs, of “passport clubs” te creëren. Jongeren willen bovendien dingen “doen”, niet louter “meemaken”. Bij Rotary hebben ze de kans om op jonge leeftijd met mensen in contact te komen, die ze buiten Rotary nooit zouden ontmoeten. Kijk verder naar het partnerschap met Toastmasters International, naar onze eigen RYLA-programma’s enz.: allemaal mogelijkheden voor jongeren om zich via Rotary tot echte jonge leiders te ontwikkelen.’

Eén ding moet Bart in deze context nog van het hart: ‘Sommige clubs weigeren d’office kandidaat-leden die zich zelf aanmelden, die dus zelf de vraag stellen te mogen toetreden tot de club. “Omdat je voor Rotary gevraagd moet worden!” RI heeft al lang begrepen dat dit een verkeerde reactie is: zie de “Join”-knop bovenaan de rotary.orgwebsite. Ik geloof trouwens ook sterk in het concept van een satellietclub. Het is een ideaal middel om werk te maken van de verjonging van Rotary en onze organisatie een nieuw élan te geven.’

S.V.  

(Uit Rotary Contact)