"Eigenlijk is het district van ondergeschikt belang bij Rotary. Het is louter
clubondersteunend. Ik hoor al jaren dat we de clubs “dichter bij het district
moeten brengen”. Daar ben ik het niet mee eens: de ware uitdaging bestaat
erin de clubs dichter bij Rotary International te brengen!’ Het mag duidelijk zijn:
DG
2140 Bart Purnal zit niet verlegen om een boude uitspraak. ‘Ik ben een cartesiaan’,
geeft hij toe. ‘Ik stel de dingen graag nogal zwart-wit. Zo wil ik even aan de boom
schudden, in het belang van onze organisatie.’
Maatschappelijk engagement kreeg Bart met de paplepel mee. Hij groeide op in het
Limburgse dorpje Jeuk, vlak aan de taalgrens. Zijn grootvader, de dorpsonderwijzer,
trad ook op als voogd voor heel wat kinderen. Zijn vader, een architect, was actief bij
Kiwanis. Op diens aanraden ging Bart Germaanse Filologie (Engels-Duits) studeren in
Leuven. ‘Doe iets wat weinig mensen doen. Als je dan goed bent, zal je sneller opvallen
en uitblinken’, luidde het vaderlijk advies.
Na zijn legerdienst, op de vliegbasis van Brustem, ging Bart aan de slag in
commerciële, operationele en algemene directiefuncties – onder meer bij Hertz en
Fiat/Chrysler. Sinds 2015 is hij zelfstandig bedrijfsadviseur. ‘Ik concentreer me vooral op
het stroomlijnen van operationele processen in het kader van klantenbinding. Elk jaar
werk ik zo’n 180 dagen als consultant. Daarmee betaal ik mijn facturen, wat mij de
ruimte geeft voor een aantal vrijwillige nevenactiviteiten.’
Rotary uiteraard, en daarnaast vooral het leger en de ondernemingsrechtbank. In juni
2016 bereikte Bart de hoogste graad die een reservist in België kan behalen, namelijk
die van kolonel. Hij werkte meer dan 20 jaar als inlichtingenofficier en specialiseerde
zich in het vakgebied ‘psychologische oorlogsvoering’. ‘Veel mensen hebben daar een
verkeerd beeld van: het gaat niet om propaganda of mensen tegen elkaar opzetten. Het
is eerder zaak de andere te overtuigen van jouw goede bedoelingen, zodat hij gaat
meewerken met wat jij wil.’ Sinds eind 2017 adviseert Bart de directeur-generaal
Strategische Communicaties van het Belgisch Leger. Hij is ook gastdocent aan de
NATO School in Oberammergau (Duitsland). Een mandaat als lekenrechter bij de
Brusselse Ondernemingsrechtbank vervolledigt zijn professionele drieluik. Hij heeft daar
onder meer te maken met mensen die failliet zijn verklaard.
Toch kwam hij niet via zijn beroepsleven maar via een andere passie bij Rotary terecht:
marathonlopen. ‘Enkele loopvrienden van de Managers Marathon Club, onder wie Ivo
de Bisschop, vertelden mij in de marge van de marathon van Athene over Rotary en
peilden naar mijn belangstelling. Een jaar later kreeg ik via een andere vriend formeel
de vraag om lid te worden van Rc Brussel Coudenberg. Daar ging ik graag op in, als
een manier om mijn sociaal engagement verder uit te dragen. Ik besef dat ik uit een wat
geprivilegieerd milieu kom. Het lijkt me evident dat je dan je best doet om de situatie
van minder fortuinlijke mensen te verbeteren.’
Barts grootste ambitie is om van de Rotariërs van zijn district echte ‘People of Action’ te
maken. ‘Om het met een boutade te zeggen: ik wil hen weghalen achter de
restauranttafel en hen naar buiten krijgen om dingen te zoeken waarmee ze
daadwerkelijk impact kunnen hebben. We moeten af van het ROMEO-imago: Retired
Old Men Eating Out. Laten we meer inspiratie vinden in de visietekst van RI: ‘Together,
we create lasting change across the globe, in our communities, and in ourselves.’ We
mogen ons niet tevreden stellen met een cheque uit te reiken na een chique diner…’
De RI-conventie in Hamburg, in 2019, was in dat opzicht een openbaring: ‘Als je nooit
verder kijkt dan je eigen club, mis je de enorme rijkdom van de internationale beweging
die Rotary is. Voeg daarbij het professionalisme waarmee de dingen gebeuren – kijk
bijvoorbeeld naar de content van rotary.org – en je beseft dat je inderdaad zelf impact
kan hebben Bovendien: het springlevende enthousiasme druipt van zo’n conventie af
kan hebben. Bovendien: het springlevende enthousiasme druipt van zo n conventie af.
Iedereen moet er af en toe eens naartoe gaan. Zo niet verlies je de voeling met wat
Rotary écht is.’ Bart heeft dan ook moeite om de nieuwe constellatie met vier eentalige
districten als een meerwaarde te beschouwen, op wat organisatorische tijdswinst na.
‘We lopen het risico dat we nog meer gaan terugplooien op onszelf, terwijl we een open
blik en een brede horizon moeten aanhouden.’
Ook in New York deed Bart een inspirerende Rotary-ervaring op: ‘Ik bezocht Rc New
York – Club Number 6 – voor het eerst in 2013. Toen vergaderde ze in de prestigieuze
Harvard Club in Manhattan. Toen ik in 2018 opnieuw langsging, was ze verhuisd naar
een parochiezaaltje met plooitafeltjes, plastieken borden en glazen en zelfbediening
aan het buffet. Ik vroeg aan de man die ik in 2013 als voorzitter had leren kennen, hoe
dat kwam. Hij antwoordde: “Kijk eens door het raam, Bart. Daar zie je, letterlijk aan de
overkant van de straat, het UNO-gebouw. Dáár gebeurt het. Dat gebouw herinnert ons
er elke vergadering aan dat we als Rotary bestaan omdat wij het, zoals de UNO, goed
voorhebben met, en goed willen doen in, de wereld. De plooitafels en het plastieken
bestek tonen dat het niet om ons gaat maar om diegenen voor wie we ons inspannen.”’
Als District Chair van de commissie Membership van D 2170 heeft Bart de
ledenwerving steeds van nabij opgevolgd. Hij wijst erop dat jongeren vandaag
meerdere tijdelijke engagementen tegelijkertijd aangaan. ‘Daar moeten we gebruik van
maken. Ook RI speelt hierop in, door bijvoorbeeld “cause based”-clubs, of “passport
clubs” te creëren. Jongeren willen bovendien dingen “doen”, niet louter “meemaken”. Bij
Rotary hebben ze de kans om op jonge leeftijd met mensen in contact te komen, die ze
buiten Rotary nooit zouden ontmoeten. Kijk verder naar het partnerschap met
Toastmasters International, naar onze eigen RYLA-programma’s enz.: allemaal
mogelijkheden voor jongeren om zich via Rotary tot echte jonge leiders te ontwikkelen.’
Eén ding moet Bart in deze context nog van het hart: ‘Sommige clubs weigeren d’office
kandidaat-leden die zich zelf aanmelden, die dus zelf de vraag stellen te mogen
toetreden tot de club. “Omdat je voor Rotary gevraagd moet worden!” RI heeft al lang
begrepen dat dit een verkeerde reactie is: zie de “Join”-knop bovenaan de rotary.orgwebsite. Ik geloof trouwens ook sterk in het concept van een satellietclub. Het is een
ideaal middel om werk te maken van de verjonging van Rotary en onze organisatie een
nieuw élan te geven.’
S.V.
(Uit Rotary Contact)