Brief van de districtsgouverneur NOVEMBER 2021

jeudi 2 décembre 2021

Bart Purnal

Beste Vriendinnen en Vrienden Rotariërs en Rotaractors uit District 2140,


Deze maandbrief gaat over de maand november, en november is binnen Rotary traditioneel de maand van The Rotary Foundation. En in ons district verlengen we dit jaar die maand tot 4 december wanneer we ons Rotary Foundation Seminar houden in Leuven.


Zoals degenen die mijn toespraak bij het bezoek aan de clubs al gehoord hebben (spoiler alert voor waar ik nog niet geweest ben 😉) is The Rotary Foundation voor mij de as waarrond het Rotary-wiel draait. De clubs (via “de cheque aan de gouverneur”) en de leden individueel (hierover straks meer) storten geld aan de Foundation of Polio, en krijgen een perfect transparent overzicht van wat er met dat geld gebeurt. En eigenlijk is ‘storten’ in de vorige zin, niet het juiste woord. Zoals onze District Rotary Foundation Chair Jos Vander Sloten, het zegt: men stort niet aan de Foundation, men ‘investeert’ erin. En hij roept verder op om daarna de Foundation te ‘gebruiken’.


Soms hoor ik in een club het volgende: wij hebben het al moeilijk om genoeg geld binnen te halen en verkiezen dan om het te gebruiken voor directe lokale doelen in onze omgeving, in plaats van het via de cheque aan de gouverneur aan de Foundation of aan Polio te geven. Ok, alle respect maar: als men dat geld of een deel ervan aan de Foundation geeft, dan kan men het drie jaar later terugkrijgen via een district grant die het bedrag vermeerdert. En dan kan men een groter bedrag gebruiken voor datzelfde lokale doel. Het is dus een perfecte investering om later zelf meer geld te kunnen uitgeven.


De jaarlijkse cheque aan de Gouverneur of beter de Cheque aan de Rotary Foundation financiert de Rotary Foundation (Global Grants) en lokale acties van Rotary Clubs (District grants). Een veel gehoorde kritiek is ook dat die middelen steevast naar het buitenland gaan. Niets is echter minder waar. Uiteraard wonen wij in een geprivilegieerd gebied van de wereld en zijn er in armere landen meer noden. Maar toch komt een groot deel van die middelen ook terug terecht hier bij ons, in België en in ons District. Zo kan ik u vertellen dat wij sinds het ontstaan van ons District 2140 zo’n anderhalf jaar geleden, al meer dan 200.000 euro terug naar ons district hebben zien komen in de vorm van Disaster Response Grants (voor Covid en voor de overstromingen van juli), Global Grants, District Grants, Scholarships, enz.

 

Meer dan 200.000 euro die vanuit Evanston terug naar D2140 komt, op anderhalf jaar tijd. Met andere woorden: de Cheque aan de Gouverneur wordt wel degelijk zeer goed gebruikt om “goed te doen in de wereld en bij ons”! En nieuw is dat zowel Rotary-clubs als Rotaract-clubs voor hun projecten een beroep kunnen doen op Grants van de Rotary Foundation.


Doe dus zoals DRFC Jos Vander Sloten het vraagt: ‘gebruik’ de Foundation: dien aanvragen voor Global Grants of District Grants in, het geld is er en is beschikbaar.

 

Wat betreft de Foundation nog een paar belangrijke dingen: de vier Belgische districten hebben een samenwerking met de Koning Boudewijn Stichting opgezet, zodat leden die een individuele bijdrage willen storten aan de Foundation of aan Polio, dat via die Koning Boudewijn Stichting kunnen doen en zo 45% belastingsaftrek kunnen bekomen. Alle info op onze districts- of Foundation- website.


Dus waarom niet net zoals ik lid worden van de Paul Harris Society: hierbij engageert men zich om jaarlijks 1000$ te storten aan de Foundation of Polio. Dat is zo’n 840 euro. Met 45% belastingsvoordeel is dat netto 462 euro, of 1,27 euro per dag.

We hebben in oktober ook de PolioPlus Society in ons district opgestart: hier stort men jaarlijks 100 euro aan Polio, en dit tot 2026, het jaar waarin de Wereld Gezondheidsorganisatie verwacht de wereld poliovrij te kunnen verklaren.


Deze maand wil ik ook twee clubs in de kijker plaatsen.


Ik bezocht het buurtwerk ’t Lampeke, dat door de Rotary-club van Leuven wel op een heel speciale manier gesteund wordt. Zoals ik in de toespraak in de clubs zeg (weer spoiler alert 😉), zie ik grosso modo drie manieren waarop we kunnen ‘doing good in the world’ zoals onze stichter Paul Harris het verwoordde. Men kan degenen die het minder goed hebben dan wijzelf financieel steunen.


Dat was het eerste plan dat Rotary Leuven had: bijdragen in de nodige fondsen om het nieuw-ter-beschikking-gestelde buurthuis te renoveren. Maar dan besloot men om ook te gaan helpen ‘met de handen uit de mouwen’ en zelf de ledematen ter beschikking te stellen bij de afbraak- en daarna opbouwwerken.


En toen rijpte het idee om, in lijn met de Vocational Service van Rotary (Vocational Service betreft hoe ieders beroep ingezet kan worden voor het welzijn van allen), naast financiële en fysieke, ook intellectuele/kennis-steun te geven: een Rotary Leuven-lid zal het installeren van de elektrische installatie in het te-renoveren gebouw uittekenen en overzien, en samen met een team 10 dagen van zijn vakantie opofferen om dat ook zelf mee te doen.


Je vindt dus in deze ene actie de drie manieren van ‘doing good in the world’ terug: een stukje van onze financiële middelen geven aan de maatschappij, een stukje van onze intellectuele capaciteiten en ervaring gratis ter beschikking stellen van de maatschappij, en zelf de handen uit de mouwen gaan steken. Het resultaat is dat dit project een alomvattende Rotary-stempel zal bevatten, die je structureel kan uitbouwen en die je in je Public Image perfect kan gebruiken.


Daarnaast is er nog iets speciaals aan dit project: als je de doelstellingen van ’t Lampeke erop naslaat, merk je dat er van de 7 actiegebieden van Rotary International, jawel, 7 in dit project aanwezig zijn:

-        Vrede bevorderen en conflicten beheersen (het buurthuis wordt bezocht door mensen van verschillende nationaliteiten, die in de ‘gewone’ wereld vijanden van elkaar zouden zijn);
-        Ziektes bestrijden en voorkomen (kennisoverdracht en medische begeleiding)
-        Zorg voor schoon water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (het was mij opgevallen dat er in het nieuwe buurthuis opvallend veel sanitair voorzien was: dat is omdat heel wat bezoekers bijv. geen andere plaats hebben waar ze eens een douche kunnen nemen; en dat in 2021 in Leuven!)
-        Moeders en kinderen beschermen (vanzelfsprekend: zij vinden hier een ‘warme’ opvang)
-        Basisonderwijs en geletterdheid ondersteunen (zo heeft Rotary Club Leuven voor 200 laptops gezorgd waardoor de kansarme kinderen in de lockdown (en nu ook) hun lessen konden volgen)
-        Lokale economieën laten groeien en bloeien (’t Lampeke helpt mensen met het invullen van hun formulieren allerhande, begeleidt bij het zoeken naar werk enz.; en de mensen onderhouden hun eigen volkstuintjes)
-        Het milieu beschermen (er wordt gewerkt rond natuurbeleving (groene vingers, volkstuintjes) en het stimuleren van het fietsgebruik (eigen fietsenpark en de sociale fietstaxi).

Over een ‘alomvattend’ project gesproken.


De tweede club die ik deze maand wil vermelden is die van Antwerpen-Amerloo. Maar lees daarvoor zelf maar het verslag van hun acties na de wateroverlast in Trooz, dat u hierna vindt. Het spreekt voor zich.

 

Bedankt voor jullie engagement!

Tot de volgende maand, People of Action.

Met Rotarische groet,

Bart

 

The Rotary Foundation

HULP IN NOOD

RC Antwerpen Amerloo & RC Verviers-Vesdre

HULP IN NOOD

DEEL 1...

Op 19 juli bereikt ons een kreet om hulp vanwege Philippe Lagasse en Marie Elisabeth Dricot, onze Rotaryvrienden uit Verviers-Vesdre. Zij zijn druk doende met het verstrekken van hulp aan de meest getroffen families uit Verviers en Pepinster. Verviers en Pepinster zijn, door het noodweer en de wateroverlast zowat de meest verwoeste plaatsen in België.

Onze Voorzitter roept onmiddellijk zijn bestuur samen en er wordt op de vergadering van 21 juli unaniem beslist om onze vrienden uit Verviers-Vesdre hulp te bieden. Nog tijdens de vergadering nemen we telefonisch contact op met vriend Philippe Lagasse.

Hij is doende met het opzetten van vier hulpposten, verspreid over Verviers en Pepinster en dienstig voor de verdeling van voedsel, kleding en levensnoodzakelijke middelen. Voor de verdere inrichting van de hulpposten is hij op zoek naar acht koelkasten, vier diepvrieskoffers en vier generatoren.

Onze club engageert zich om deze hulpposten te voorzien van de gevraagde toestellen.

Marc is bij machte om de koelkasten en diepvrieskoffers te leveren. Filip doorkruist een deel van Nederland om generatoren te bemachtigen. In gans België blijken de generatoren uitverkocht; opgekocht door de Duitsers, zo wordt gezegd.

Op 22 juli wordt Philippe Lagasse ervan verwittigd dat we over het gevraagde materiaal beschikken en tot levering zullen overgaan op 23 juli.

23 juli om 06.45 uur ’s ochtends vertrekt de vrachtwagen van Marc richting Verviers. Filip en ik volgen met de wagen.

In Verviers aangekomen, zien we een buitensporig zwaar geteisterde en deels vernielde stad. De pleinen worden met kranen torenhoog gevuld met puin en afval. Er heerst een doordringende stank. Autowrakken alom in straten en in rivieren. Vele huizen zonder ramen of deuren, of erger nog, gedeeltelijk ingestort.  Het straatbeeld wordt ingenomen door voornamelijk politie en militairen. Zo moet oorlogsgebied eruitzien. 

oorlogsgebied

“COURAGE – LA VIE EST BELLE”

In een van de hulpposten worden we zeer vriendelijk ontvangen door vriend Philippe Lagasse, die ons vergezelt naar de overige hulpposten en waar de chauffeur van Marc telkens het voorziene materiaal afzet.

Philippe vertelt ons dat de ganse regio decennia lang  verwaarloosd wordt door de overheidsinstanties en dat het na deze ramp niet eens anders is. De hulpverlening aan de lokale bevolking  wordt reeds geruime tijd georganiseerd door de plaatselijke serviceclubs. Blijkt dat ze ook uitermate goed samenwerken met de inwoners. Jongeren, de militairen en de politie zijn constant in de weer om de zwaksten in deze hulpposten te helpen en te begeleiden.

 

Een geslaagde interventie waar Rotary, opnieuw mede dankzij Marc, het verschil maakt.

#RotaryPeopleofAction

Ik ben zo vrij geweest enkele foto’s te nemen, doch diende voorzichtig te zijn. Snel wordt de indruk gewekt dat we als ramptoeristen naar de plaats van de ramp zijn toegesneld. 

In de opgedroogde modder op de voorruit van een van de vernielde wagens, lees ik: “COURAGE – LA VIE EST BELLE”

DEEL 2...

 

De noden in Verviers en Pepinster blijken verre van geledigd. Onze Rotaryvrienden uit Verviers-Vesdre vragen om bijkomende hulp.  Er is behoefte aan fruit, koekjes, frisdranken, toiletartikelen en vloertrekkers. Vriend Philippe Lagasse, die de hulpcoördinatie te Verviers en Pepinster waarneemt,  zegt mij dat de plaatselijke serviceclubs inmiddels 3500 maaltijden per dag uitreiken. Het fruit, de koekjes en de frisdranken geven aan de behoeftigen aldaar wat extra suikers om de dag door te komen. De toiletartikelen en vloertrekkers zijn moeilijk of niet meer verkrijgbaar in de getroffen regio. 

Filip Peeraer, onze voorzitter, roept zijn bestuur opnieuw in spoed samen en op de bestuursvergadering van 27 juli wordt beslist om aan onze vrienden uit Verviers en Pepinster 10 ton appels te schenken, 4000 Luikse wafels en 250 vloertrekkers. Het te besteden budget wordt opgetrokken van 8.000 € naar 16.000 €. Onze vrienden van Rotary Antwerpen-Noord en Antwerpen-Oost hebben eveneens aangeboden om zich bij deze actie aan te sluiten.

De appels worden na bemiddeling van Filip, op 30 juli door een Pools bedrijf geleverd in Verviers. Het betreft een partij Jonagold appels, 1ste keuze.

Eveneens op 30 juli rijden Filip en ik in een bestelwagen van de firma Peeraer naar Verviers om er de vloertrekkers, de wafels en de door Antwerpen-Oost geleverde tandpasta te bezorgen.

Aangekomen in Verviers zien we dit maal een ietwat herstellende stad. Bovendien worden de leveringen vandaag bezorgd in een hoger gelegen regio waar het noodweer minder schade heeft aangericht. Grote miserie zien we vandaag niet.

Stipt op de afspraak, de Poolse transporteurs met een indrukwekkende hoeveelheid appels. Inderdaad 1ste keuze Jonagold appels. Deze worden onder grote belangstelling afgeladen op de speelplaats van een technische school, waarvan diverse lokalen thans dienst doen als gaarkeuken.

Opnieuw zijn Filip en ik de bevoorrechte getuigen van een buitengewoon goed georganiseerde en performante hulpverlening, uitgaande van de plaatselijke serviceclubs. Het is duidelijk dat deze serviceclubs reeds lange tijd teruggekeerd zijn naar hun kernactiviteiten, nl. dagdagelijks en onverdroten hulp bieden aan de behoeftigen in hun nabije omgeving. Met veel bewondering voor de lokale inzet, keren Filip en ik  terug naar Antwerpen, onze bakermat.